Fysiologische mechanismen betrokken bij tummo-praktijken

Anne Laurençon-Loviton, in samenwerking met Maxime Gamart

Tummo: Yoga van het Innerlijke Vuur

De beoefening van tummo wordt ook wel de yoga van het innerlijke vuur genoemd, omdat het gepaard gaat met lichamelijke gewaarwordingen van innerlijke warmte. Het verbeteren van de weerstand tegen kou is zowel een criterium voor het succesvol toepassen van Tibetaanse praktijken als een secundair effect dat voor de beoefenaar van weinig belang is: deze praktijken zijn bovenal spirituele oefeningen. Visualisaties, lichaamsbewegingen en ademhaling stellen de beoefenaar in staat om het innerlijke vuur op te wekken en door het hele lichaam te verspreiden. Tijdens deze praktijken passen de fysiologische reacties zich aan de blootstelling aan kou aan. Hier bekijken we wat wetenschappers begrijpen over de fysiologische mechanismen die hierbij een rol spelen.


Mechanismen voor Aanpassing aan Kou

In koude omstandigheden passen levende wezens hun functioneren aan om met energieverliezen om te gaan. Zo hebben zoogdieren verschillende strategieën ontwikkeld, zoals winterslaap of het aanmaken van een vetlaag om warmteverlies te beperken. Mensen, die hun interne lichaamstemperatuur van 36,8°C moeten behouden, verhogen vooral hun energieverbruik om warm te blijven. Onze huid en spieren vormen een lichte thermische isolatie, wat voor een naakt mens in de kou vaak voldoende blijkt te zijn: groepen zoals de Yamanas (Zuid-Amerika), de Bosjesmannen (Zuid-Afrika) en de Aboriginals (Australië) leefden gedurende 50 tot 180 dagen naakt bij wintertemperaturen tussen +5 en -5°C.

Lichamen volgen de natuurkundige wetten: de hoeveelheid warmteverlies hangt af van parameters zoals thermische geleidbaarheid (bijvoorbeeld: water geleidt warmte 25 keer beter dan lucht), verdamping door zweten en warmteafgifte via de huid. Als er geen externe bescherming is om de door het lichaam geproduceerde warmte vast te houden, verdwijnt deze naar de omgeving. Vandaar het belang van haar of vacht, die een luchtlaag vormt en warmteverlies beperkt. Het mechanisme van kippenvel (horripilatie) probeert dit effect na te bootsen door lucht vast te houden tussen onze huid en de buitenomgeving – als we nog genoeg haar hebben.

Een ander mechanisme is de vernauwing van perifere bloedvaten (vasoconstrictie), waardoor warmte in het lichaam wordt geconcentreerd om vitale organen te beschermen. Bij langdurige blootstelling aan kou treedt soms ook koude-geïnduceerde vasodilatatie op, waarbij warmte naar de ledematen wordt verspreid. Dit mechanisme is sterker en langduriger aanwezig bij mensen die regelmatig aan kou worden blootgesteld.

Elke cel in ons lichaam produceert warmte. Wanneer de lichaamstemperatuur onder 35°C daalt, ontstaat hypothermie. Bij minder dan 30°C raken we buiten bewustzijn. Het lichaam kent verschillende mechanismen om extra warmte te genereren, zoals spiercontracties (zowel vrijwillige bewegingen als het onvrijwillige rillen). Bruin vet speelt hierbij een centrale rol.

De Rol van Bruin Vet

Ons lichaam bevat verschillende soorten vet. Bruin vet is uniek omdat het tot tien keer meer warmte kan produceren dan wit vet. Het wordt gekenmerkt door een overvloed aan mitochondriën, die lipiden oxideren en energie omzetten in warmte. Dit vet helpt dieren overleven in koude zeeën en winterslaap. Bij menselijke baby’s beschermt bruin vet tegen temperatuurwisselingen na de geboorte. Hoewel lang werd gedacht dat volwassenen geen bruin vet hebben, tonen nieuwe beeldvormingstechnieken aan dat blootstelling aan kou wit vet omzet in beige vet, wat het metabolisme en de lichaamstemperatuur verhoogt. Dit proces beïnvloedt ook ontstekingsreacties en ondersteunt het immuunsysteem.


Impact van Pranayama’s

Ons autonome zenuwstelsel reguleert fysiologische processen zoals ademhaling en thermogenese. Hoewel we deze processen niet bewust hoeven te controleren, is ademhaling een uitzondering: we kunnen het ritme ervan aanpassen. Hierdoor kunnen we indirect invloed uitoefenen op andere functies, zoals thermogenese.

De ademhalingstechnieken van tummo helpen het lichaam op te warmen. Studies naar Tibetaanse monniken tonen aan dat ademhalingsoefeningen, gecombineerd met visualisaties van bijvoorbeeld vlammen die omhoog rijzen, de lichaamstemperatuur kunnen verhogen. Deze technieken omvatten vaak ademhalingsretentie (apneu) en worden geassocieerd met een grotere temperatuurstijging bij langere ademhalingsretenties.

Een andere studie naar de Wim Hof-methode laat zien dat bewuste koudeblootstelling, gecombineerd met meditatie en hypoxie (lage zuurstofniveaus), het immuunsysteem beïnvloedt. Deelnemers die getraind waren, ontwikkelden een andere immuunrespons op een bacteriële toxine dan niet-getrainde controlepersonen. Hun lichaam reageerde met een effectiever anti-inflammatoir systeem, wat suggereert dat koudeblootstelling een potentiële therapie is voor auto-immuunziekten.


Conclusie

Maurice Daubard, door artsen opgegeven op zijn 18e, vond de mentale kracht om zijn leven opnieuw in te richten en ontdekte wat zijn lichaam aankon. Hoewel zijn fysiologische parameters vergelijkbaar bleven met die van gewone mensen, toonde hij aan dat het lichaam zich kan aanpassen aan diverse stressoren zoals kou en hypoxie. Regelmatige beoefening helpt het lichaam zich aan te passen en de geest te ondersteunen. Het stimuleert ons om onze volledige capaciteit te herontdekken in een wereld die vaak te veel comfort biedt. Ademhalingsoefeningen en fysieke blootstelling aan natuurlijke elementen, zoals in de bergen, kunnen bijdragen aan een betere gezondheid en vitaliteit.